Hoe betrek je kinderen bij wetenschap? Zo!

Sinds 2019 organiseert ontwikkelingspsycholoog Barbara Braams (Vrije Universiteit) samen met Lennart de Groot (Universiteit Utrecht) een wetenschapsshow voor basisschoolleerlingen: de Hoe?Zo! Show. Duizenden kinderen met een diverse achtergrond leren jaarlijks over wetenschap door het theaterspel van promovendi. Toch blijkt het vrijwel onmogelijk om na zes jaar structurele financiering te vinden voor het succesvolle project.

Het idee voor een theatershow voor kinderen over wetenschap kwam voort uit Barbara’s eigen ervaring met theatersport. ‘Bij theatersport moet je echt improviseren en accepteren wat de ander zegt. Als je met iemand speelt die zegt dat hij een alien is, dan moet je daarin meegaan en daarop reageren. Dan krijg je hele bijzondere interacties. Dat concept leek me interessant voor wetenschapscommunicatie met kinderen.’

Presentator Boy Vissers steekt een vlam op zijn hand aan. Foto: Kees van de Veen

Interactieve show

Samen met Lennart de Groot (Universiteit Utrecht) ontwikkelde ze een interactieve show van een uur waarbij kinderen uit groep 6 van de basisschool vragen kunnen stellen en promovendi van Nederlandse universiteiten het antwoord niet alleen uitleggen, maar ook uitbeelden.

De opzet van de show is al jaren ongeveer hetzelfde. Presentator Boy Vissers warmt bij de show de zaal altijd eerst 10 tot 15 minuten op, daarna stelt hij de vraag ‘kun je een scheetje in de fik steken of brand je daarbij je billen?’. Oftewel: is de onderkant van een vlam net zo heet als de bovenkant? Om de vraag te beantwoorden doet Boy een experiment: hij maakt een vlam op zijn hand, maar hij brandt zijn hand niet, want de warmte van de vlam gaat omhoog. ‘De zaal roept dan altijd “Nog een keer!” en dan herhalen we het experiment, net zoals in de wetenschap.’

Vragen stellen

Vervolgens krijgen de kinderen in de zaal de kans om vragen te stellen. ‘Waarom proef je de smaak zoet? Waarom krijgt een specht nooit hoofdpijn? Voor de antwoorden hebben de promovendi een kast vol alledaagse attributen liggen om het uit te beelden. ‘Een elastiek, isolatiemateriaal, een bolletje wol of een pot met knikkers.’

Om te leren goede vragen te stellen, doorlopen de kinderen ter voorbereiding op de show het Hoe?Zo! Show lespakket met hun eigen docent, waarmee de leerlingen kennis maken met wetenschappelijke vaardigheden. Naast goede vragen stellen leren ze hoe ze informatie kunnen vinden en beoordelen, hoe ze een experiment kunnen doen en hoe ze informatie kunnen presenteren.

Promovendi

Voor de promovendi is het een vormende ervaring. Voorafgaand krijgen ze een tweedaagse training met onder andere theatersport, een workshop leerpsychologie en een korte mediatraining. Op de trainingsdagen oefenen de promovendi ook met het beantwoorden van vragen op een manier die begrijpelijk is voor kinderen.

‘Per jaar leiden we zo’n vijftien promovendi op. In de afgelopen zes jaar hebben er ongeveer 70 promovendi meegewerkt afkomstig van alle universiteiten in Nederland. Hun vakgebieden lopen uiteen van sociale wetenschappen tot exacte wetenschappen.’ Het doel van de Hoe?Zo! Show is dat de promovendi na deelname alle vaardigheden hebben om door te kunnen gaan met wetenschapscommunicatie over hun eigen onderwerp.

En dat blijkt zo te zijn volgens Barbara. ‘Een promovendus verwoordde het zo: “als ik voor een zaal vol met kinderen een tor na kan doen met twee plastic buizen, dan kan andere wetenschapscommunicatie toch ook geen groot probleem zijn.”’ Voor sommige promovendi is het zelfs carrière- of levensveranderend gebleken. ‘Een promovendus is wetenschapsjournalist geworden, een andere is bij Naturalis Biodiversty Center aan de slag gegaan als curator en weer een ander ontwikkelt nu lesmateriaal.’

Impact

Uit evaluaties van de shows blijkt een duidelijke impact en effect. ‘Alle voorstellingen waren afgelopen jaar uitverkocht. We bereiken 4000 kinderen per jaar, dat zijn kinderen van alle achtergronden, dus ook kinderen waar wetenschap van huis uit niet wordt aangeboden.’ De shows worden verspreid over heel Nederland aangeboden; van Roermond tot Purmerend en van Breda tot Alphen aan de Rijn. ‘We gaan bewust niet naar steden waar een universiteit zit.’

De doelen van het project zijn geëvalueerd door de docenten van de basisscholen. En deze evaluaties laten zien dat het project succesvol is in het bereiken van een doelgroep die anders niet in aanraking zou komen met wetenschap, maar ook dat de leerlingen veel geleerd hebben van de show en de show erg leuk vinden.

Financiering

Het budget voor de theatershow houden Barbara en Lennart bewust zo beperkt mogelijk. Er zit veel eigen tijd in de show. Zo haalt Barbara zelf de lespakketten van de drukker en maakt de planningen voor de shows. Die verborgen kosten van de tijd die Barbara en Lennart in het project steken worden niet doorberekend. ‘We kunnen het project alleen op basis van subsidies aanbieden aan onze doelgroep. De doelgroep waar we de meeste impact maken zijn de kinderen die de interesse in wetenschap niet van huis uit meekrijgen. Hun ouders kunnen of willen geen duur kaartje betalen om naar de show te komen.’

Inmiddels zijn ze tegen de grenzen van het subsidiesysteem in Nederland opgelopen. ‘Een goed project opzetten kost een aantal jaar. Daar is in principe genoeg geld voor te vinden: het hele subsidiemodel is gericht op grassroots en start-up projecten. De eerste opzet en doorontwikkeling zijn dan ook grotendeels gefinancierd door subsidies van de NWA Wetenschapscommunicatie.’

Nu het project, na zes jaar perfectioneren, aanpassen en uitbreiden, volwassen is, op volle toeren draait en een succes is, blijkt duurzame inbedding erg lastig. Niet in de laatste plaats omdat funders altijd op zoek zijn naar vernieuwing – bestendiging is niet hun vak. Barbara: ‘Er zijn geen beurzen meer die ik aan kan vragen. Een van de drie kerndoelen van de NWA Wetenschapcommunicatie beurs is dat zij vernieuwende wetenschapscommunicatie financiert en daar valt een volwassen project niet meer onder. Barbara heeft daarnaast onder andere geprobeerd om via gemeenten, scholen, fondsen en vele andere partijen nieuw geld te vinden. ‘Ik heb zelfs toenmalig minister Dijkgraaf persoonlijk gevraagd.’ Het bleek allemaal vruchteloos.

‘We zouden nu ook eigenlijk zelfvoorzienend moeten zijn, maar onze belangrijkste doelgroep zijn kinderen die vanuit huis uit niet met wetenschap in aanraking komen. Zij zijn via de lagere scholen heel goed te bereiken, maar die hebben weinig geld, dus om onze doelgroep te bereiken moeten we de show eigenlijk gratis houden.’ 

Dit betekent dus dat Barbara en Lennart met de show moeten stoppen of een ander opzet moeten kiezen waarmee ze hun huidige doelgroep niet meer kunnen bereiken. ‘Ik vind dit problematisch omdat je op deze manier veel potentieel mist om echt impact te kunnen maken.’

Meer informatie over de show is te vinden op de website www.hoezoshow.nl. Het volledige lespakket is gratis beschikbaar voor alle basisschooldocenten en te downloaden via www.hoezoshow.nl/lespakket 

Verkenning Financiering

Het Nationaal Expertisecentrum Wetenschap & Samenleving is momenteel bezig met een verkenning van het subsidielandschap voor wetenschapscommunicatie. Je kunt ons helpen door je ervaringen met ons te delen. Heb je zelf een project dat tegen soortgelijke problemen aanloopt als de Hoe?Zo! Show? Neem contact met ons op via contact@wetenschapensamenleving.nl